Foto: Yvonne Compier

‘IK TRAIN EEN HEEL JAAR OM ÉÉN WEEK IN TOPVORM TE ZIJN’

BIANCA BAAK20 June 2016

Voor de meeste studenten begint hun loopbaan pas echt nadat ze zijn afgezwaaid. Maar voor Bianca Baak (24) was haar studie Business Administration aan de VU eerder een noodzakelijke stoorzender voor een carrière die al veel eerder begon: als snelste over tien horden. Op het Europees Kampioenschap haalde ze de halve finale.

Je blinkt uit in de 400 meter horden. Hoe is dat zo gekomen? “Ik had in de eerste klas van de middelbare school een huiswerkopdracht van mijn gymnastiekdocent: ik moest een training volgen bij een atletiekvereniging. Mijn vriendinnetje deed toen aan hordelopen, dus dat leek me wel leuk. In eerste instantie deed ik van alles, van sprint tot verspringen tot horden. Maar ik werd er al snel uitgepikt. Voor hordelopen moet je snel zijn. In feite is hordelopen gewoon sprinten, maar dan met wat obstakels. Verder moet je niet bang zijn voor de horden, en voor de langere afstanden is tactisch inzicht belangrijk. Korte afstanden loop je een ‘driepas’ – dus drie passen, dan een horde, en dan weer drie passen. Je springt telkens met hetzelfde been. Maar op de drie- of vierhonderd meter kom je daar niet meer mee weg. Je moet dan goed en snel nadenken. Ik bleek dat allemaal te kunnen, dus dan loop je al snel bij een regionale trainer.”

Dat verklaart waarom je steeds beter geworden bent. Maar is hordelopen ook leuk? “Ja. Ik vind het heel divers, omdat er zoveel bij komt kijken: techniek, de snelheid. Maar bottom line ben ik ook gemotiveerd omdat ik er goed in ben en ik winnen heel leuk vind. Je wilt gewoon de beste zijn. Je doet het voor het podium. Daardoor ben ik me ook steeds meer op die vierhonderd meter horden gaan focussen.”

‘Ik train 18 uur per week naast een baan van 24 uur’

Kost dat veel tijd? “Ik train 18 uur per week naast een baan van 24 uur als assistent-accountant. Mijn huidige werkgever geeft me alle ruimte om werk en sport met elkaar te combineren. In de zomer ben ik vrijwel ieder weekend in het buitenland en trainen doordeweeks maakt me minder inzetbaar. Zodra ik ging solliciteren, bleek dat veel bedrijven het heel interessant vinden om een topsporter aan boord te hebben, maar bleken ook veel van die bedrijven af te haken omdat het niet te realiseren is.”

Is zó veel trainen nog leuk? “Je traint een heel jaar om één week in topvorm te zijn. Als je me drie weken geleden had gevraagd of dat leuk is, had ik lang over die vraag moeten nadenken. Nu heb ik een persoonlijk record gelopen van 56.74 en heb ik een B-limiet voor de Nederlandse Atletiekunie gehaald. Daardoor wordt het EK realistisch en dat motiveert. Maar het is niet alleen fysiek een dun lijntje tussen topfit zijn of een blessure hebben. Het is ook emotioneel zwaar. Ik moet er heel veel voor opgeven om dit te kunnen doen.”

‘Veel bedrijven willen graag een topsporter aan boord, maar haken af omdat het niet realiseerbaar is’

Hoe heb je dat tijdens je studie gedaan? “Een studentenleven zoals de meeste studenten heb ik niet gehad, maar ik heb het ook niet gemist. Ik zit per jaar een maand in het buitenland, ik heb de hele wereld gezien. Dat geeft me ándere ervaring. Dat merk ik in mijn privé-leven voortdurend. Veel van mijn vrienden sporten ook op topniveau, die hoef je niets uit te leggen. Er zijn er ook die niet helemaal snappen waar je het allemaal voor doet, maar die respecteren mijn keuze wel. Als dat respect er niet is, dan groei je uit elkaar.
“Op zich was Business Administration een redelijk relaxte studie. Er waren weinig contacturen en ieder kwartaal kreeg je wel een nieuw rooster, maar dat betekende eigenlijk dat je ook elk kwartaal je trainingsrooster moest aanpassen. Dat was te doen, al heb ik nauwelijks contact gehad met medestudenten of docenten. Van de VU is me vooral het grijze gebouw bijgebleven.”

Wat ons brengt bij Business Administration. Veel topsporters willen na hun sportieve carrière in de sport blijven werken. Jij niet. Hoe zit dat? “Ik vind het puzzelen leuk. Dat is wat me trekt in boekhouden. En ik wilde echt iets substantieels hebben voor als het sporten zou stoppen. De meeste atleten pieken als eind-twintiger en dan wordt het minder. Daarna begint mijn maatschappelijke carrière pas echt.”

Hoe stel jij je loopbaan na de sport voor? “Nu moet ik er niet aan denken om niet meer met atletiek bezig te zijn. Het lijkt me vreselijk. Atletiek is mijn passie, en ik hoop dezelfde passie straks ook in mijn werk te vinden.”

Bianca Blaak

1992 geboren in Almere | 2004 lid van atletiekclub | 2007 Nederlands kampioen 300 meter horden meisjes C | 2009 brons op de Europese Jeugd Olympische Spelen | 2010 – 2014 studie Bachelor of Business Administration (B.B.A.), Accountancy aan de VU | 2012 – 2015 Viermaal op rij Nederlands kampioen 400 meter horden dames | 2013 Zilver bij Europees Kampioenschap <23 | 2014 Assistant Accountant bij FIRM24 | 2015 Assistant Accountant bij IBEO.