Foto: Eigen beeld

Zo mens, zo dier: zoveel verschillen we niet

Marjolein de Jong20 October 2021

Voor filosoof Tirza Brüggemann vormden dierengedichten het begin van haar zoektocht. Waarom kunnen we ons wel identificeren met een mens maar niet met een dier?

Een dierengedicht als uitgangspunt voor je promotieonderzoek. Vertel!

„Als je een roman leest, is het voor mensen vanzelfsprekend dat je kunt meeleven met een menselijk personage. Die vanzelfsprekendheid is minder het geval wanneer het gaat om dierengedichten. Waarom is dat zo? Als ik er in mijn omgeving naar vroeg, antwoordden de meesten dat dat toch volkomen logisch is. We verschillen te erg, of dieren denken heel anders."

„Dat we van dieren verschillen, veronderstelt een scherpe scheiding. Die is er ten eerste niet want de mens is zelf ook een dier. Een andere aanname is dat dieren tekstueel anders zijn dan in het echte leven. Alleen waarom geldt dat niet ook voor menselijke hoofdpersonen in boeken? Als je bovendien het gedicht 'Zoals' van Judith Herzberg of 'Yard Horse' van Les Murray leest, leef je ineens wel mee met een dier en lijken deze aannames er helemaal niet toe te doen."

We verschillen dus niet van dieren?

„Minder dan je denkt. In de biosemiotiek is zelfs het gebruik van stijlfiguren niet voorbehouden aan mensen. Ook dieren gedragen zich metaforisch. Neem het voorbeeld van de wolf door antropoloog Gregory Bateson. Wanneer een klein wolfje van de moedermelk af moet en op eigen benen moet leren staan, duwt de moederwolf de puppy tegen de grond wanneer hij toch probeert te drinken. Zo weet de puppy: ik mag dat niet meer doen."

„Datzelfde gedrag werd door Bateson waargenomen in de Chicago Zoo toen een te jonge wolf probeerde te paren met een vrouwelijke wolf. De alphawolf greep hem in zijn nekvel en duwde hem naar de grond. De jongere wolf wist daardoor: ik doe iets wat niet bij mijn leeftijd past. De handeling is dus een metafoor doordat je de grondbetekenis in een nieuwe context toepast en daarin een nieuwe betekenis wordt gecreëerd."

„Ik zie zeker raakvlakken met de discussie over diversiteit."

Past dit onderzoek ook bij wie jij als mens bent?

„Jazeker. Ik eet geen vlees. Als dieren een stem hebben en zich willen laten horen, en je luistert, dan is het heel raar om ze daarna op te eten. Ik ben verder niet heel activistisch, maar misschien zou je mijn onderzoek kunnen typeren als een vooronderzoek."

Hoe kunnen we jouw bevindingen plaatsen in het grote debat van identificatie met ‘de ander’?

„Ik zie zeker raakvlakken met de discussie over diversiteit. In die discussie gaat het er ook om dat je bepaalde vooronderstellingen loslaat. Bijvoorbeeld de aanname: echte filosofie; dat zijn geschreven teksten (hiermee verlies je orale culturen) en die teksten zijn geschreven door witte mannen vooral in de periode tussen 1600-1900. Met zo’n curriculum werken we nog steeds in middelbare scholen, maar het is tijd te gaan luisteren naar andere stemmen."

„Je kunt echt niet meer zeggen dat de filosofen die in de canon staan de beste zijn."

Je combineert je onderzoek met het doceren van filosofie op een middelbare school. Maak je je daar ook hard voor dit onderwerp?

„Ja, dat probeer ik wel. Vanuit het bestuur van de Vereniging voor Filosofie in het Voortgezet Onderwijs houd ik me bezig met het curriculum opnieuw vorm te geven. De diversiteitsdiscussie zal daarbinnen een rol spelen. Hoewel: tijd voor discussie is er nauwelijks. Als docent doceer je elk jaar maar Aristoteles, Descartes, Hume en Kant. Daar weten de in Nederland geschoolde docenten wat van. Als ik een andere filosoof wil bespreken, dan heb ik een week voorbereidingstijd nodig en die heb ik niet."

Is het alleen tijdsgebrek of speelt er meer?

„Ik stuit ook zeker op weerstand onder collega’s. ‘We hebben niet voor niets een canon’, of ‘Dit zijn gewoon de beste filosofen’ hoor ik dan. Toevalligerwijs zijn dat witte mannen zeker? De meeste argumenten om anderen niet op te nemen in het curriculum zijn altijd racistisch of seksistisch geweest. Vrouwen mochten niet eens publiceren. Je kunt dus echt niet meer zeggen dat de filosofen die in de canon staan de beste zijn. Net zoals je niet lukraak kunt zeggen dat we van dieren verschillen."