Foto: Freek van den Bergh

WERKEN IN DE TWEEDE KAMER

Floor Schrijvers20 April 2017

In de Tweede Kamer werken ruim tien keer zoveel medewerkers als Kamerleden. Drie VU-alumni laten zien wat al die andere mensen zoal doen. ‘Nooit gedacht dat de vakken Europees recht en staatsrecht nog eens van pas zouden komen.’

Achter de schermen van het bekende gebouw aan het Binnenhof werken zo’n vijftienhonderd mensen. Ongeveer twee derde daarvan werkt voor één partij. Elke fractie krijgt op basis van het aantal zetels een bedrag en kan hiermee mensen in dienst nemen. Bijvoorbeeld persoonlijke assistenten, voorlichters en beleidsadviseurs. Fracties bepalen zelf hoe ze het geld uitgeven: zo kiezen sommige voor één secretaris en hebben Kamerleden in andere fracties allemaal een eigen assistent.

Maar niet iedereen werkt in dienst van een partij: in de Tweede Kamer werken ook 562 politiek neutrale ambtenaren. Zo zijn er veertien commissies waarin naast Kamerleden griffiers en adviseurs zitten, die de Kamerleden inhoudelijk ondersteunen. Voorbeelden van commissies zijn Europese zaken of Infrastructuur en Milieu.

Fréderique Holtrop (1989) deed de bachelor geschiedenis aan de VU en is de persoonlijk medewerker van VVD-kamerlid Barbara Visser. Die trouwens ook aan de VU studeerde, Business Economics. De VVD heeft voor elk fractielid een persoonlijk assistent, naast een team van dertien inhoudelijke beleidsmedewerkers, die voor meerdere fractieleden werken. Holtrop: “Ik doe het organisatorische werk voor Barbara Visser. Alle mails en telefoontjes voor Barbara gaan eerst langs mij. Ik regel bijvoorbeeld de werkbezoeken en reageer op verzoeken van mensen die haar willen spreken. Daarnaast ga ik soms mee op werkbezoeken en denk ik inhoudelijk mee.”

‘Dan weet ik: vandaag ga ik niet om zes uur naar huis’

“Op dinsdag, woensdag en donderdag zijn de Kamerdagen, dus dan zijn er vaak debatten en vergaderingen. Maar verder zijn mijn werkdagen niet te voorspellen. In het begin moest ik ook wel wennen aan mijn twee telefoons: een persoonlijk en een zakelijke. Soms bepalen ze mijn hele dag. Dan weet ik: vandaag ga ik niet om zes uur naar huis. In de formatieperiode is het wel wat rustiger. De onderwerpen die in de Kamer controversieel zijn, zoals de Klimaatwet, liggen nu stil. Het vorige kabinet gaat er niet meer over en het moet nog op de formatietafel komen. Hierdoor zijn er wat minder debatten. Nu kom ik ook bijvoorbeeld toe aan andere, minder urgente taken, zoals het ordenen van alle bestanden op mijn computer.”

Petra van Veeren (1974) studeerde sociaal-culturele wetenschappen. Ze is beleidsmedewerker Volksgezondheid, Welzijn en Sport en sinds maart ook Infrastructuur en Milieu voor de fractie 50PLUS. Met vier zetels heeft deze fractie een beperkt budget. Er is een ambtelijk secretaris die de organisatorische zaken regelt voor alle vier, en Van Veeren heeft daarnaast nog een collega-beleidsmedewerker. “Ik ondersteun de Kamerleden inhoudelijk bij debatten en het kiezen van de standpunten. Nu we zijn gegroeid van één naar vier leden kunnen we nog twee of drie beleidsmedewerkers aannemen. Dat is erg fijn, want in de afgelopen periode had ik in mijn eentje negen portefeuilles. Dan kun je niet alle debatten en vergaderingen bijwonen.”

‘Het komt goed uit dat er nu wat minder debatten zijn’

“Voor mijn portefeuilles bereid ik debatten voor, schrijf teksten, houd commissies in de gaten en woon procedure- en algemene vergaderingen bij. Net als Fréderique weet ik nooit hoe een dag loopt. Het komt goed uit dat er nu, tijdens de formatie, wat minder debatten zijn: dat geeft ons meer tijd om het team uit te breiden en de nieuwe Kamerleden en medewerkers in te werken.”

Louis Middelkoop (1987) studeerde rechten en criminologie. Hij werkt als ambtenaar bij de Commissie Europese Zaken en heeft als specialisme Veiligheid en Justitie. In tegenstelling tot Fréderique en Petra is hij politiek neutraal. “Mijn werkgever is eigenlijk de hele Tweede Kamer. Ik houd politieke ontwikkelingen in de EU in de gaten en schrijf adviezen aan Kamerleden, die zij kunnen gebruiken in debatten. Ik verstuur ze per mail aan bijvoorbeeld Fréderique en Petra.”

‘Ik stuur liever geen informatie waar ze niet op zitten te wachten’

“Het is voor mijn werk goed om te weten in welke onderwerpen Kamerleden en beleidsmedewerkers interesse hebben, zodat ik geen informatie stuur waar ze niet op zitten te wachten. Kamerleden stellen me daarnaast zelf vragen over de onderwerpen waarvoor ik verantwoordelijk ben. Mijn werkdagen zijn net als die van fractiemedewerkers vaak druk en dynamisch. Er kan elk moment een verzoek binnenkomen van een Kamerlid om iets uit te zoeken of te regelen.”


Wat vinden jullie leuk aan jullie werk
?
Fréderique: “Ik kan me geen betere startersfunctie voorstellen. Omdat het een heel brede functie is, kan ik goed onderzoeken wat ik hierna wil. Vind ik de voorlichtingskant leuk, of wil ik verder de inhoud in? Het voelt als een voorrecht om op deze plek te mogen werken. Je zit dicht tegen de maatschappij aan en spreekt verschillende mensen.”
Petra: “Ik vind het ook heel eervol werk. Elke keer als ik die lange roltrap naar boven op kom denk ik weer: wat is dit toch een bijzondere werkplek. Mijn werk gaat ergens over en dat vind ik heel belangrijk. En als beleidsmedewerker adviseer ik de Kamerleden heel direct, dus ik zit dicht op de politieke besluitvorming.”
Louis: “Mijn werk is heel inhoudelijk en dat maakt het interessant. De Europese Unie heeft andere procedures en een andere agenda dan de Tweede Kamer, en die zijn soms lastig op elkaar aan te sluiten. Ik vind het een leuke intellectuele uitdaging om te zorgen dat de Tweede Kamer nog op tijd iets van een voorstel kan vinden.”

Hoe zouden jullie de sfeer omschrijven?
Petra: “Dat hangt erg af van waar je werkt. De Tweede Kamer als geheel is vrij hiërarchisch. Het is een complexe organisatie en daardoor zijn er veel afspraken. Als je één vergadering meeluistert, merk je al dat een Kamerlid zich aan veel regels moet houden. Een mondelinge vraag indienen gaat bijvoorbeeld volgens een vastgestelde procedure.”
Fréderique, lachend: “Zonder die regels zou het een chaos worden, met zo veel mensen.”
Petra: “Maar als fractie bepaal je de sfeer zelf. Bij 50PLUS is de sfeer behoorlijk informeel. Ik zit op een kamer naast de Kamerleden, en loop bij hen gewoon in en uit.”
Fréderique: “Ik heb veel contact met de griffies van de Commissie Infrastructuur en Milieu. De sfeer is zeker niet formeel: ik kan hen altijd bellen als ik een vraag heb en ze bellen mij ook heel makkelijk op. Ik heb ook veel contact met collega’s buiten werktijd. Dat komt grotendeels door dit werk: het is geen negen-tot-vijf-baan en daardoor eet je vaak samen. We borrelen ook vaak op donderdag in een café op Het Plein. Daar zijn dan ook andere partijen te vinden, en griffiers en medewerkers van ministeries.”
Louis: “Wij borrelen ook een paar keer per maand. En soms ga ik buiten werk om uit eten met collega’s, of naar een verjaardag. Maar dat komt niet heel vaak voor.”
Petra: “Regelmatige borrels heeft onze fractie niet, maar als er een belangrijk debat is, gaan we even samen eten.”

Hebben jullie veel aan je studie bij het werk?
Louis: “Voor dit werk is het vooral belangrijk dat je goed met mensen kunt omgaan. Maar ik heb achteraf veel gehad aan de vakken Europees recht en staatsrecht van mijn bachelor rechten. Destijds kon me niet voorstellen dat ik daar later nog wat aan zou hebben, maar nu is het heel relevant. Denk aan de positie van de Kamer tegenover de regering: een onderwerp waar we ons als ambtenaren veel mee bezighouden.”
Fréderique: “Voor mijn functie maakt het niet zoveel uit wat je studeert. Ik heb me tijdens mijn studie gespecialiseerd in internationale betrekkingen, maar voor Barbara Visser houd ik me juist bezig met wat in Nederland gebeurt. Het belangrijkste is dat je een klik hebt met het Kamerlid voor wie je gaat werken. Het is wel handig dat ik in mijn studie veel heb moeten lezen en zelf onderzoek heb moeten doen. Hierdoor heb ik geleerd me snel moeilijke materie eigen te maken.”