Foto: Eigen beeld

Placenta vol plastic?

Marjolein de Jong29 January 2020

Dat er microplastics in ons lichaam zit, is zeer waarschijnlijk. Maar bevinden ze zich ook al in de cellen van een ongeboren kind? Marja Lamoree (52) is hoogleraar Analytische Chemie voor Milieu en Gezondheid aan de VU en doet hier samen met kinderarts Gavin ten Tusscher onderzoek naar. 

Microplastics in placenta’s, dat klinkt eng. Moeten we ons zorgen maken?

„Dat weten we nog niet. Wel weten we dat microplastics wijdverspreid zijn in het milieu en in onze voeding. Deze deeltjes kunnen het menselijk lichaam binnendringen door inhalatie en via ons dieet. Daar is nog niet veel hard bewijs voor, maar dierstudies en het gebruik van modellen wijzen wel met grote waarschijnlijkheid in die richting. Onduidelijk is hoe die deeltjes worden opgenomen."

„Vroeger dacht men dat een placenta een verzekering was tegen alle schadelijke invloeden van buitenaf. Wat blijkt? Er gaat veel meer dan verwacht naar het ongeboren kind. Nu willen we weten: gebeurt dat ook met plastics? Momenteel onderzoeken we dertig placenta’s die gedoneerd zijn door vrouwen die een keizersnede hebben ondergaan. De placenta’s zijn ingevroren en bevinden zich in glazen bakken die zijn bedekt met aluminiumfolie, zodat er geen plasticdeeltjes uit de omgeving bij kunnen komen."

„Als de microplastics ook aan de babykant van de placenta blijken te zitten, dan zitten de deeltjes met grote waarschijnlijkheid ook in het kind."

Waarom is er voor deze methode gekozen?

„Een placenta bestaat uit twee delen; de moeder- en de foetuskant. In modellen van placenta’s die buiten de mens getest werden is bewezen dat er transport plaatsvindt van microplastics van de kant van de moeder naar de foetale kant. Op deze manier zou het ongeboren kind in aanraking kunnen komen met de plasticdeeltjes. Het transport gaat overigens ook vice versa: van de foetuskant naar de kant van de moeder. Nu is het de vraag of dit transport ook optreedt in de mens, waarbij de microplastics tijdens een zwangerschap via de placenta bij de foetus terecht kunnen komen."

Marja

Marja Lamoree door Peter Valckx

Wat betekent het als er plastic wordt gevonden? En hoe schadelijk is het?

„Van al de verzamelde placenta’s zijn stukjes gesneden aan beide kanten. We gaan kijken of we in deze stukjes van beide kanten van de placenta microplastics kunnen meten en we willen onderzoeken of er verschillen zijn tussen de stukjes van de kant van de moeder en van de kant van de foetus. Als de microplastics ook aan de babykant van de placenta blijken te zitten, dan zitten de deeltjes met grote waarschijnlijkheid ook in het kind. Daarmee is overigens nog niet bewezen dat de microplastics ook schadelijk zijn voor het ongeboren kind, de vaststelling daarvan is dan de volgende onderzoeksstap."

„Opvallend is dat er zo nu en dan stoffen worden verboden maar dat er dan weer heel snel nieuwe varianten op de markt komen die vaak net zo schadelijk zijn."

U deed eerder onderzoek naar schadelijke stoffen in het milieu en in de mens. Wat valt op?

„Opvallend is dat er zo nu en dan stoffen worden verboden maar dat er dan weer heel snel nieuwe varianten op de markt komen die vaak net zo schadelijk zijn. Het lijkt een tactiek van de industrie. Het verbieden van stoffen die erg schadelijk zijn is een veel te lang proces. Daarbij wordt er onder andere gebruikgemaakt van lobbytactieken in Brussel, iets waar onderzoekers helemaal geen tijd voor hebben. Als uiteindelijk de stof toch wordt uitgebannen, staat er al weer eentje klaar die er erg op lijkt. Dan begint het hele circus weer opnieuw."

Hoe moeten we volgens u naar een systeem waarbij die slechte stoffen niet steeds worden vervangen door vergelijkbare stoffen die ook schadelijk zijn?

„Als een stof schadelijk wordt bevonden, zou er overwogen moeten worden om direct de hele stofgroep aan banden te leggen. Dat kan gaan om honderden stofjes die erg op elkaar lijken, zoals nu met de PFAS-problematiek. Dezelfde werking betekent vaak ook dezelfde schadelijkheid."

„Ik heb geen tijd om tijdens de zaterdagse boodschappen overal met glazen flessen langs te gaan, maar ik gebruik zo min mogelijk plastic."

„Ook zouden we kunnen gaan naar een systeem van het omgekeerde bewijs. Eerst zou moeten worden aangetoond dat een stof echt onschadelijk is in plaats van het op de markt brengen met minimale toetsing. Het gekke is dat we heel streng zijn bij geneesmiddelen en pesticiden, maar bij bijvoorbeeld stoffen die aan consumentenproducten worden toegevoegd om het ontstaan van brand te vertragen niet. Er wordt vanuit gegaan dat mensen die toch niet opeten. Het betekent echter niet dat we ze niet binnen krijgen." 

Hebt u uw levensstijl aangepast?

„Voor zover mogelijk zeker. Ik heb geen tijd om tijdens de zaterdagse boodschappen overal met glazen flessen langs te gaan, maar ik gebruik zo min mogelijk plastic. Ook warm ik geen plastic op in de magnetron, omdat dan chemicaliën uit de verpakking in het eten kunnen lekken. Mijn lunch neem ik mee in een roestvrijstalen broodtrommel in plaats van plastic zakjes en tijdens het schoonmaken gebruik ik zo min mogelijk schadelijke chemicaliën. Het is misschien een druppel op een gloeiende plaat, maar het scheelt iets."