Foto: Caren Huygelen

‘IK BESLOOT: NU GA IK IETS DOEN WAAR IK HELEMAAL ACHTER STA’

KOEN THÉ14 March 2016

Een switch van de harde, hectische bankenwereld naar een kleinschalige, startende social enterprise om armoede in ontwikkelingslanden te bestrijden: het is een flinke stap. Econometrist Koen Thé (40) durfde hem twee jaar geleden te zetten.

Armoede te lijf gaan, hoe doe je dat als econometrist? “De onderneming waar ik werk, Lendahand in Rotterdam, streeft ernaar banen te creëren voor arme mensen in arme landen. Wereldwijd zijn daar gelukkig al veel initiatieven voor, maar de meeste richten zich op microfinanciering. Dat is, kort door de bocht, het lenen van een kleine som geld aan een individu. De gedachte daarachter is dat in ieder mens een ondernemer schuilt. Maar in de praktijk heeft lang niet iedereen zo’n ondernemersinstinct. Daarom richten wij ons met Lendahand op mesofinanciering: we verstrekken leningen aan iets grotere bedrijfjes, met pakweg tien mensen. Daarmee kunnen zij extra mensen in dienst nemen. Mensen die met een microkrediet misschien buiten de boot waren gevallen.”

CV blok

Droomde je hier al van tijdens je jaren op de VU? “Eerlijk is eerlijk: tijdens mijn studie had ik er geen flauw benul van dat er bedrijven bestaan met een sociale missie die tegelijkertijd winstgevend willen zijn. Wat me bij onze twee pas afgestudeerde collega’s opvalt, is dat ze zo sociaal betrokken zijn. In mijn tijd was dat minder. Bij een bank werken, dat was het doel. Dat heb ik ook vijftien jaar gedaan. Eerst in Nederland, en toen – na een Master of Business Administration in Amerika – in Engeland. Overigens heb ik in Amerika wel specifiek voor Berkeley gekozen omdat ze zich daar veel met non-profitorganisaties en social enterprises bezighouden. Toen ik mijn Fulbright beurs kreeg, zei ik: als ik de kans krijg, dan wil ik in de toekomst graag mijn steentje bijdragen aan armoedebestrijding.”

En de VU, had je daar ook specifiek voor gekozen? “Mijn vader had me aangeraden om econometrie te studeren, omdat ik van wiskunde hield en een toepasbare studie wilde doen. ‘Meld je aan bij de Erasmus Universiteit’, zeiden mijn ouders, ‘Dan kun je gezellig bij ons in Zoetermeer blijven wonen.’ Maar dat was voor mij als achttienjarige juist een reden om voor Amsterdam te kiezen… Aan de VU was de studie breder dan aan de UvA, dat vond ik leuk.
Dat bleek later bij sollicitatiegesprekken weleens een nadeel – dan vroegen ze: wil je sales of tradingdoen? En dan had ik geen flauw idee, omdat ik me daar nooit in had verdiept. Trouwens, over VU versus Erasmus gesproken: mijn collega’s hebben vrijwel allemaal een Erasmus-achtergrond. We zijn maar met twee VU-alumni hier. Daar maken we onderling grappen over: toch een soort concurrentiestrijd.”

‘Idealistisch zijn is gaaf, maar mijn lagere salaris was best wennen’

Waarom besloot je de Londense bankierswereld vaarwel te zeggen? “Door een combinatie van factoren. Mijn vrouw wilde terug naar Nederland, en dus verhuisden we naar Rotterdam, maar ik bleef nog in Engeland werken. Dat betekende: maandagochtend om 07.00 uur met het vliegtuig naar Londen en op donderdag laat thuis. Maar we hadden inmiddels een dochter, en ik vond het zonde om haar zo weinig te zien. Daarbij werd het er in de bankenwereld ook niet leuker op na de crisis. Klanten hadden minder financiële speelruimte, een lening verstrekken werd duurder… Dus toen heb ik in een impuls besloten om ontslag te nemen. In het weekend zei ik tegen mijn vrouw: ik zeg mijn baan op, en ’s maandags vertelde ik het op mijn werk. “Ik besloot: nu ik met een clean sheet kan beginnen, ga ik iets doen waar ik helemaal achter sta.”

Wat is het mooiste aan je baan? “De mensen ontmoeten voor wie je het uiteindelijk allemaal doet. We verstrekken momenteel leningen in vijf landen: Colombia, Zambia, Ghana, Filippijnen en Mongolië. In elk land werken we met lokale partnerbedrijven, en die nemen ons dan mee op een toer langs de bedrijfjes die van de leningen profiteren. Fantastisch om te zien wat voor mooie projecten er dankzij de leningen kunnen worden voltooid. Ik word elke ochtend vrolijk wakker omdat ik zo blij ben met onze onderneming.”

CV blok

Is het echt alleen maar rozengeur en maneschijn? “Ik meen het uit de grond van mijn hart. Natuurlijk, werk is werk. Ook bij ons is de printer soms kapot, moet de boekhouding worden gedaan, moeten er koffiebonen worden gehaald… Ik bedoel: de minder leuke klusjes heb je altijd. En toegeven, het was ook echt even slikken dat ik nu nog maar een fractie verdien van mijn vroegere salaris. Idealistisch zijn is gaaf, maar dat was best wennen. Maar veel materiele dingen kun je uiteindelijk best missen. Ik ga niet in een auto van de zaak naar kantoor, maar op de step – met mijn vijfjarige dochter voorop, die breng ik onderweg naar school.”

Wat zijn jullie toekomstplannen? “Waarschijnlijk komen er nog projecten in vijf nieuwe landen bij – ik had net iemand uit Cambodja aan de lijn, dat is bijna helemaal rond. Afgelopen jaar hebben we 3,5 miljoen euro aan leningen verstrekt en in 2016 willen we op de 11 miljoen euro uitkomen. En verder hopen we binnen afzienbare tijd voor het eerst winstgevend te worden – we zijn pas in 2014 echt begonnen, dus nog relatief jong. Doing well by doing good, dat is ons streven.”